Ook voor wie als pedagogische medewerker in de kinderopvang werkt, is er sinds 16 maart veel veranderd: de locaties zijn nu alleen geopend voor kinderen van ouders in vitale of cruciale beroepen. Net als voor kinderen uit gezinnen voor wie het van cruciaal belang is dat zij enkele dagdelen opgevangen kunnen worden. Voor Humeyra en Mariska, pedagogisch medewerksters, en hun collega’s betekent dat minder werken, anders werken en vooral veel gemis. ‘Wij zijn met kinderen gaan werken omdat een sociaal beroep helemaal bij ons past’, vertellen ze zichtbaar aangedaan, ‘en nu voelen we ons eigenlijk sociaal afgesloten. We missen onze kinderen, hun ouders, de verbondenheid met onze collega’s, het even bij elkaar binnenlopen voor koffie en overleg, de enthousiaste snoetjes, de knuffels en zelfs de ruzietjes en de poepluiers.’
Waar Humeyra en Mariska eerder nog vier volle dagen werkten, is dat er nu nog één en bij uitzondering twee. Van aparte baby-, een dreumes- en twee peutergroepen met in totaal zo’n vijftig kinderen en veertien collega’s, draait er op dit moment nog één groep waarin zes á zeven kinderen worden opgevangen door twee pedagogisch medewerksters. ‘Niet alleen wij, maar ook de kinderen zijn hun vertrouwde gezichten kwijt’, vertelt Mariska.
Kinderen zijn over het algemeen veerkrachtig. Het lijkt alsof ze zich van een aantal zaken niet zo bewust zijn, maar het tegendeel is vaak waar. ‘Wanneer een kleuter aangeeft dat hij liever in de auto wil blijven wachten, omdat hij dan geen corona kan krijgen, doet dat iets met je’, vertelt Mariska. Humeyra vult aan: ‘Ja, precies. Dat gebeurt ook wanneer ik een kind hoor zeggen dat ze blij is dat ze hier is, zodat ze haar ouders even niet over corona hoort praten.’
Nu de groep kinderen kleiner is en verschillende leeftijden samen worden opgevangen, ontstaat er een andere dynamiek in de groep. ‘De kinderen zijn rustiger’, constateert Mariska, ‘ze hebben meer aandacht voor elkaar. Ook kinderen die eerder wat op de achtergrond bleven, zijn nu volledig actief en betrokken in de groep aan het spelen. En wanneer ik zie hoe lief een peuter contact maakt met een baby in de groep, hoe geduldig … dan voel ik me warm worden van binnen, práchtig!’
Maar dat ze ‘hun kinderen’ nu niet zien, niet met ze kunnen spelen, lachen en knuffelen, gaat ze aan het hart. Sinds kort bellen Humeyra en Mariska met hun mentorkinderen, de kinderen van wie zij het eerste aanspreekpunt zijn, en dat vinden ze fijn. ‘En ook moeilijk hoor! Wanneer ik een kind aan de telefoon heb die zegt: “Hé juf van Hoera, ik heb een steen gevonden!”, gevolgd door een: “ik mis jou”, dan mis ik mijn kinderen extra’, zegt Mariska, ‘We zijn toch een soort familie; de kinderen, de collega’s, de ouders en de leuke dingen die we doen. Oh, wat wil ik weer graag volledig aan het werk kunnen!’ Wanneer het zover is, zullen er ook weer een aantal kinderen opnieuw moeten wennen. ‘Vooral de peuters’, voorziet Humeyra, ‘zij waren net goed gewend en voelden zich vrij om hun ouders los te laten. Dat proces gaan zij straks opnieuw door. Maar we weten dat ze het kunnen!’ Voor kinderen is corona volkomen onbegrijpelijk. ‘Zij zien via videobellen of zwaaien aan de andere kant van het raam dat opa en oma niet ziek zijn, en toch mogen ze er niet naartoe vanwege corona. Ze moeten hun handen extra goed en lang wassen terwijl die er niet vuil uitzien. Een collega heeft een kinderboek geschreven waarin dat heel goed uitgelegd wordt. Mét leuke tekeningen, kijk maar eens op de website’, vertelt Humeyra.
Het contact met de ouders wanneer zij hun kind brengen of halen, is nu kort. De ouders zijn daar zelf ook op gericht en stellen korte vragen, zodat het contactmoment zo kort mogelijk is. Alles is eraan gelegen corona buiten de deur te houden. Hoera kindercentra, de organisatie waar Humeyra en Mariska voor werken, communiceert de actuele do’s en don’ts duidelijk naar medewerkers en ouders. ‘Dat werkt echt heel goed, we voelen ons veilig en kunnen ook altijd bellen als er iets is’, zeggen Mariska en Humeyra.
Vanwege de onregelmatige werkuren van de ouders die elders extra hard nodig zijn, worden kinderen nu ook ’s avonds, ’s nachts en in het weekend opgevangen. ‘We staan er echt met elkaar voor’, aldus Humeyra en Mariska, ’Er is nóg meer vertrouwen; in elkaar, in de organisatie, in dat we het sámen doen. Dat ik dit werk doe, dat ik met kinderen werk, dat ik bijdraag aan de maatschappij, dat maakt me dankbaar én trots. Ja het is een hele nare situatie voor ons allemaal en tegelijk voelt de organisatie als een warm bad.’
april, 2020