‘Voor buitenstaanders is het moeilijk om zelf een voorstelling te maken van het leven achter de gevangenismuur. Het is een kleine, op zichzelf staande samenleving met een geheel eigen dynamiek.
Er verblijven veelal kwetsbare mensen; mensen met psychiatrische, sociale en verslavingsproblematiek. En vaak ook met een licht verstandelijke beperking. Het is een smeltkroes van problematiek en nationaliteiten. En daar komt corona nu nog eens overheen’, schetst Matthias kort.
Na de aanvankelijke onzekerheid en hectiek in het Huis van Bewaring, is het leven voor de mensen in de gevangenis in rustiger vaarwater gekomen; ze weten waar ze aan toe zijn. Waar het in de gesprekken met verdachten eerder vooral ging over wat er allemaal gebeurd is, hebben de gesprekken met gedetineerden nu een ander karakter en is er bij hen meer ruimte ontstaan zichzelf vragen te stellen. Vragen over het leven, gebeurtenissen en de zin ervan, gedachten over ‘dat er meer moet zijn’ en over andere thema’s die in het hart van een gedetineerde leven. Vragen en gespreksonderwerpen die zeer persoonlijk en vaak ook religieus van aard zijn. Als geestelijk verzorger staat Matthias deze mensen met hun levensvragen bij, zowel individueel als in groepen zoals in gespreksgroepen en bezinningsbijeenkomsten. Deze groepsbijeenkomsten zijn door de corona tijdelijk geschrapt. De positie van Matthias binnen de gevangenis is een bijzondere: hij is niet ‘van’ justitie, maar ingehuurd dóor justitie. Dat betekent dat hij niet hoeft te rapporteren en gedetineerden vrijuit met hem kunnen spreken. Het is voor gedetineerden erg belangrijk dat hij er is; iemand die ze kunnen vertrouwen. En in het creëren van vertrouwen investeert Matthias veel.
Juist vertrouwen is voor gedetineerden moeilijk en zeker nu. Zij vertrouwen ‘de staat’ met hun regels en veroordelingen, waarvan zij het slachtoffer zijn, niet. Diezelfde bron communiceert nu beschermende maatregelen die hun leven volgens de officiële lezing misschien wel veiliger, maar vooral onaangenamer maken. Er was hen al zoveel ontnomen: zoals groepsbijeenkomsten, verloven, recreatie en sport. ‘Dat heeft een enorme impact’, aldus Matthias. ‘Het is zuur en roept onbegrip en agressie op.’
De wereld van de gedetineerde, die toch al klein was, is door de corona verder verkleind. Gedetineerden mogen uit angst voor besmetting geen bezoek meer ontvangen. ‘Met grote gevolgen’, vertelt Matthias. ‘Bezoek betekende het hoogtepunt van de week; gedetineerden keken er echt naar uit. Bezoek betekent dat je er nog bij hoort, bij de wereld buiten. Geen bezoek betekent voor veel gedetineerden ook: je geliefde niet zien. En dat is zwaar, zeker voor mensen die toch al extra kwetsbaar zijn. Dat hakt er enorm in.’
Geen bezoek betekent ook dat er via deze weg geen drugs meer binnen komen, wat extra onrust geeft. Enerzijds omdat de gedetineerde zijn onrust niet weg kan blowen bijvoorbeeld, anderzijds omdat de handel door de schaarste feller is. Dat veroorzaakt meer agressie.
Dat gedetineerden geen bezoek meer mogen ontvangen om besmetting te voorkomen, roept ook nog wat anders op. ‘Er ontstaat wantrouwen naar het personeel. Zij zijn nu de mensen die het virus de gevangenis in kunnen brengen, in hen schuilt potentieel gevaar. Dat is moeilijk, zowel voor de gedetineerde als voor het gevangenispersoneel.’ Matthias is voorzichtig: hij checkt, net als zijn collega’s, voor hij naar het werk gaat zowel zijn temperatuur als op andere symptomen die een aanwijzing voor corona kunnen zijn.
‘Mensen in de gevangenis vereenzamen als gevolg van de corona-richtlijnen. Zij hebben nu een grotere behoefte aan een gesprek.’ In de gesprekken die zij met Matthias hebben, kunnen zij hun hart luchten, hun vragen en twijfels bespreken en voelen zij zich gezien. Zij zijn voor hem geen gedetineerden, maar mens. Met talenten en valkuilen, zoals iedereen die heeft en dat is bijzonder waardevol. ‘Deze tijd is ook een extra uitdaging voor mij. Ik ben tevreden als ik degene met wie ik in gesprek ben in deze warrige tijd overeind kan houden. Dat we samen zinvolle momenten hebben, dat vind ik belangrijk.’
Een gevangenis is een organisatie die centraal aangestuurd wordt. Dat betekent dat er veel tijd nodig is om te anticiperen op veranderende omstandigheden. Voor een aantal veranderingen ligt er een draaiboek klaar, maar op iets als corona was niemand voorbereid. ‘Veiligheid staat centraal in deze organisatie’, zegt Matthias. ‘De werkelijkheid verandert sneller dan de organisatie kan anticiperen en dat maakt het warrig en soms zelfs onduidelijk in wat je wel en niet kunt. Veiligheid en welzijn staan soms op gespannen voet met elkaar.’
‘Ik sta versteld van de humor en de veerkracht van de gedetineerden’, vervolgt Matthias. ‘En vooral raakt het me wanneer zij ondanks alles echt in contact zijn geweest, met zichzelf en met mij. Dan voel ik me voldaan, dan heb ik wat kunnen betekenen.’
mei 2020