Vervoerders van verse producten zijn een belangrijke schakel in onze voedselketen. Ook voor Jan, internationaal vrachtwagenchauffeur, gaat het werk door en rijdt hij met groente en fruit voornamelijk naar het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
In de afgelopen periode is er ook voor vervoerders als Jan het één en ander veranderd. In de bedrijfsloods, waar chauffeurs laden en lossen, draagt iedereen nu standaard handschoenen, haar- en baardnetjes. Waar voorheen nog twee chauffeurs samen in een vrachtwagen reden en elkaar konden aflossen, zo rijdt elke vrachtwagen op dit moment met één chauffeur. Dat betekent uiteindelijk een langere reistijd. ‘En ook veel met collega’s bellen onderweg’, aldus Jan.
‘Ondanks de langere reistijd is het rijden zelf relaxter. De wegen in het buitenland zijn nagenoeg leeg en dat rijdt lekker door’, vindt Jan. ’Maar wanneer je bij een tankstation stopt en ook even wat warms wil eten, dan heb je wel pech; er is bijna niks meer te krijgen.’ Gelukkig tippen de chauffeurs elkaar onderling waar nog wel warm eten te krijgen is. Sommige wegrestaurants in Duitsland brengen ’s avonds, tussen van tevoren bepaalde tijden, warm eten naar de vrachtwagens die op hun parkeerplaats staan. ‘Met een golfkarretje rijden ze over de parkeerplaats en zetten het eten minimaal anderhalve meter van de wagen, zodat ik het zelf kan pakken’, vertelt hij. ‘En op sommige plaatsen kan ik het afhalen.’
Ook de oversteek door de kanaaltunnel naar het Verenigd Koninkrijk is aangepast. Waar voorheen de chauffeurs na het neerzetten van hun vrachtwagen in één busje naar de treinwagon werden vervoerd, zo worden ze nu verdeeld over twee busjes om verder uit elkaar te kunnen zitten. In de trein zelf zijn een aantal stoelen met lint afgekruist en hangt er overal desinfectiegel. ‘Waar ik eerder ontspannen in de trein zat, zit ik er nu met een alert gevoel. Andere reizigers zie ik dat ook doen; we kijken wat rond en niemand weet van elkaar hoe verantwoordelijk of gezond de ander is. Dat is niet prettig.’
Het lossen van de vrachtwagen duurt veel langer en elk land heeft daar zo zijn eigen manier in gevonden. ‘In Engeland sta ik buiten in een rij en mogen we als chauffeurs één voor één naar binnen. In Duitsland mag ik helemaal niet meer zelf lossen, daar mag ik absoluut niet meer in de loodsen komen en lost de klant zelf. Ik kan er dus niet meer op toezien hoe de lading mijn wagen verlaat. Op sommige plekken reageren mensen echt panisch: dan willen ze niets van je aan hoeven pakken, zoals een sleutel, uit angst dat het virus erop zal zitten.’
‘De eerste periode van de pandemie werd er door klanten ook wel gehamsterd. Dan reden we met wagens vol tomaten en komkommers bijvoorbeeld, maar inmiddels is dat eigenlijk wel weer zoals voorheen.’
De landen waar Jan doorheen rijdt, bepalen allemaal hun eigen regels. Zo hebben alle landen hun rijtijdenwet wat verruimd, maar geeft elk land daar zijn eigen invulling aan. ‘Dat is opletten geblazen! In Franrijk moet ik iedere dag dat ik daar rijd een lijst invullen met de reden waarom ik het land in kom.‘
De chauffeurs van Scherpenhuizen, het bedrijf waar Jan voor rijdt, gaan allemaal op pad met vergunningen, zodat ze aan de grens niet tegengehouden kunnen worden. ‘Vers blijft niet eindeloos vers’, zegt Jan laconiek.
Er zijn ook andere verschillen tussen de landen waar Jan doorheen rijdt. ‘In België en Frankrijk bijvoorbeeld is gewoon amper verkeer op de weg. In Engeland is het ook lang stil op de weggeweest, maar zie ik het verkeer weer toenemen. In Nederland presteren ze het nog om een file te hebben!’
Langs kant van de snelwegen in het buitenland hangen borden en spandoeken om de chauffeurs te bedanken. ‘Ach, ik doe het gewoon graag. En we moeten toch allemaal eten hè?’
april, 2020