Applaus hoeft ze niet. Daarvoor vindt ze het te vanzelfsprekend dat ze samen met haar collega’s voor de patiënten op haar afdeling zorgt. Daar verandert het coronavirus niets aan. Wel aan de verantwoordelijkheid die Roos voelt om op de been te blijven. ‘Ik kan eigenlijk niet ziek worden’, zegt ze.
Toch zou dat zomaar kunnen gebeuren. Een patiënt, met een ander medisch probleem, die op haar afdeling lag, bleek later corona-positief. ‘Je schrikt en vraagt jezelf onmiddellijk af of de patiënt met wie hij op de kamer lag nu ook positief zal zijn. Je vraagt je af of je zelf ook besmet bent nadat je weet dat de collega met wie je aan tafel zat te lunchen nu corona heeft. Die vragen spelen telkens door mijn hoofd. Ik wil niemand besmetten, ik wil geen extra druk op mijn collega’s leggen. Ik kan eigenlijk niet ziek worden.’
In deze situatie loopt de spanning soms snel op. Zoals (toen het nog kon) bezoekers de opgestelde richtlijnen weigerden te volgen en er op de afdeling een relletje ontstond waar de beveiliging nog net niet aan te pas hoefde te komen. Er zijn ook veel nieuwe, praktische vragen. ‘Het klinkt misschien banaal’, zegt Roos, ‘maar hoe komen mijn patiënten aan schoon ondergoed en pyjama’s, nu er niemand meer komt die het wast? Hoe lossen we dat logistiek op? En zijn er straks nog voldoende spullen?’
Het meest schrijnend vindt Roos dat patiënten de vertrouwde aanwezigheid van bijvoorbeeld een partner moeten missen. Die knuffel, dat geruststellende kneepje in de hand. Zoals bij een van haar patiënten die vanwege een kaakabces plotseling geopereerd moest worden. ‘Hij heeft COPD en is vreselijk bang’, vertelt Roos. ‘Geen partner die er even voor hem is.’ Of de mevrouw waarbij de arts kanker vermoedt en zo bang is voor de uitslag én voor corona. Die samen met haar gezin zij ook inventief blijkt. ‘Ik liep de kamer op en zag haar bellend en voorzichtig zwaaiend bij het raam staan. Aan de andere kant van het glas, buiten in het gras, stonden haar man en kinderen precies hetzelfde te doen. Dan schiet je wel even vol.’
Het meest trots is Roos erop hoe zij en haar collega’s het samen klaren. ‘We doen het echt samen. We kunnen door dik en dun op elkaar rekenen, we vangen elkaar op, we denken met elkaar mee, we zijn er voor elkaar. Nu nóg meer. Er staat ons nog een hoop te wachten. Ik kan echt niet ziek worden hoor!’
maart 2020